Op weg naar restauratie in 2024
Toen ik onlangs even alleen het gebouw binnenliep, en een stukje van een aria zong waar ik momenteel op worstel, viel het me pas echt op: het geluid is weer rond en compleet! Bijna een jaar lang werd het gewelf vanaf beneden aan het zicht onttrokken door de steigervloer die – over de hele lengte uitgestrekt – voorzag in een extra verdieping. Een magische zolder met levensgrote figuren uit een andere tijd. Die zolderverdieping was nodig om de schilderingen van heel dichtbij te bestuderen, in de eerste plaats voor een conditieonderzoek, en daarbij konden ruim 8000 bezoekers er ook van genieten. Die platte zoldervloer in plaats van het tonnetjeronde gewelf deed iets met de akoestiek.
Restauratoren Roos Keppler, Hinke Sigmond, Johanneke Verhave en Maurice Steemers onderzochten het afgelopen jaar minutieus de schadefenomenen op het gewelf, de verf, de houten drager en de bevestiging ervan. Met digitale en fysieke technieken werd een beeld verworven van de toestand van het 500 jaar oude kunstwerk dat 700 m2 beslaat. Bezoekers die bovenkwamen na de klim van 25 meter trappenhuis, reageerden steevast met oeh’s en ah’s en wow’s. Vanaf beneden zie je niet hoe groot, gedetailleerd en bijzonder de schilderingen zijn. Je stapte daarboven even in het hoofd van een 16de-eeuwer. In sommige mensfiguren leek het of je een van de schilders zelf gewaar werd. Een volgende keer zag je weer een prachtig fabelwezen, of een subtiel in het hout gekraste naam of tekst. Graffiti avant la lettre.
Ruim 100 namen en teksten ontdekten de restauratoren. Honderden verfmonsters werden afgenomen en geanalyseerd. En 1 van de 22 panelen werd onderwerp van een proefrestauratie. Want inmiddels was na een aantal maanden duidelijk dat de verf op sommige plekken loszit. En dat de planken na de laatste restauratie in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw te strak op de ribben zijn geschroefd. Dit is schadelijk voor hout en verf. Met wattenstaafjes gedoopt in water met een bepaalde zuurgraad, minikwastjes met een steurlijm waarmee verf teruggezet kan worden en balsahoutjes – een van de woorden die wij hebben bijgeleerd uit dit project – werd zorgvuldig gewerkt aan restauratie van ‘Mozes ontvangt de stenen tafelen’.
De vloer is weg en natuurlijk waren de restauratoren net zo nieuwsgierig als wij hoe deze proefrestauratie oogt vanaf beneden, 25 meter lager. Het verschil is wel degelijk te zien. Veel belangrijker nog is dat het paneel van Mozes gered is van verder verval. Nu de 21 overige panelen nog!
Restauratie van het hele gewelf is hard nodig om de verf te conserveren en verdere schade te voorkomen, ook aan het hout. De gehele restauratie kost 2 miljoen euro. Die willen we als Stichting Grote Kerk Naarden in 2024 bij elkaar gebracht hebben. Tot die tijd ligt er dus een flinke opdracht voor ons. En wij hopen dat vele anderen ons hierin mee willen helpen. Het boek Hemelbestormers, dat 23 oktober uitkomt, geef alvast veel inzicht in wat er nu zo bijzonder is aan het Naardense gewelf. Door kenners inmiddels de ‘Sixtijnse kapel van het Noorden’ genoemd. Wijzelf vertellen er ook graag meer over. De komende tijd houden we je via onze nieuwsbrief en social media op de hoogte. Dit erfgoed verdient het om ook in de toekomst bewonderd te blijven worden.
Ellen Snoep
Directeur Stichting Grote Kerk Naarden